DELTA

Vochtbanden

Onze vochtbanden beschermen gebouwen tegen vocht dat via de fundering of de vloerplaat opstijgt. De vochtbarrière wordt horizontaal geplaatst en vormt een onzichtbaar deel van de gebouwconstructie. Ze verhindert niet alleen de infiltratie van opstijgend vocht, maar ook van uit de bodem meegevoerde mineralen en zouten die schade kunnen veroorzaken.

Waar worden de vochtbanden gebruikt?

Een standaardtoepassing is de zogenaamde horizontale barrière die bij de voet van de muur ingemetseld wordt om de wand te beschermen tegen vocht dat opstijgt uit de fundering. 

Ook gelijk met of boven het aardoppervlak kunnen horizontale vochtbarrières nodig zijn. Bij dubbelwandige constructies worden ze aan het voeteinde en over openingen geplaatst om de isolatie en de achterwandschil te beschermen tegen de druk van slagregen en opspattend water. De voorwandschil, of de eigenlijke gevel, beschermt het gebouw tegen slagregen en wordt meestal als zichtbaar metselwerk gerealiseerd. De achterste schil verdeelt de statische belasting. Tussen deze twee schillen bevindt zich de warmte-isolatie en vaak ook een luchtspleet die dient voor de luchtcirculatie en de ontvochtiging.

Horizontale barrières

De horizontale barrières bij kelderwanden worden bij het metselen van de buiten- en binnenmuur geplaatst tussen de vloerplaat en de eerste steenlaag. Onze mechanisch sterke en duurzame afdichtingsbanen uit kunststof of bitumen zijn hier bijzonder geschikt voor. Bij de plaatsing moeten de steunvlakken zo dik uitgestreken worden als de mortel voor het metselwerk zodat het oppervlak glad en gelijk is.

De DELTA®-DPC 500 is dankzij zijn robuuste en bitumineuze materiaal uitermate geschikt voor de horizontale afdichting aan het voeteinde van het gebouw en kan eenvoudig in banen geplaatst worden. De baan moet minstens even breed zijn als het aanwezige metselwerk inclusief stucwerk. We bevelen echter aan de breedte zo te kiezen dat een overlappende aansluiting aan de horizontale en eventuele verticale zijde mogelijk is.

L- en Z-plaatsing

Bij dubbelwandige constructies kan het vochtscherm in spouwmuren in L- of Z-vorm ingemetseld worden. De termen L- en Z-plaatsing verwijzen naar de vorm die de afdichtingsbaan krijgt door de bijzondere manier van plaatsing.

Bij de Z-plaatsing wordt het bovenste baaneinde horizontaal in de achterwandschil en het onderste baaneinde in de voorwandschil ingemetseld, zodat de Z-barrière als dwarse afdichting dient in zowel de achter- als voorwandschil. Een L-barrière wordt bevestigd onderaan de wand aan het metselwerk achteraan en horizontaal met een lichte helling naar buiten tot de voorzijde van de voorwandschil.

Om aan deze eisen te voldoen, moeten de afdichtingsbanen bijzonder flexibel zijn en een hoge weerstand bieden. Op grond van hun speciale materiaalsamenstelling zijn zowel DELTA®-SOFTFLEXX, DELTA®-THENE of DELTA®-DPC 500 perfecte L-barrières.